Voorwaarden voor gebruikmaking AB-diensten

De directie, zorgteam (o.a. intern begeleiders) en schoolteam zijn betrokken en aan boord, oftewel: er is draagkracht;
De adviseur passend onderwijs is op de hoogte en deelt de ondersteuningsbehoefte;
De regie ligt bij de school;
De ondersteuningsvraag moet passen binnen de huidige werkwijze in de school, het gaat om het optimaliseren van de bestaande schoolcontext;
De vraag is gericht op schoolontwikkeling, namelijk het versterken, verdiepen en verbreden van de basisondersteuning op schoolniveau;
Er is sprake van een tijdelijke ondersteuningsvraag, waarna de school zelf weer verder kan. Doel is de school de tools geven het zelf te doen.

Procedure:

De directie van de school vraagt de ondersteuning aan via het centrale aanmeldformulier op de website van SPPOH; <link>
SPPOH zet de aanvraag door bij een van de ambulante diensten. Het uitgangspunt hierbij is ‘zo thuisnabij van de school als mogelijk’, de ondersteuningsvraag meenemend;
De ambulante diensten ondersteunen bij het formuleren van de definitieve hulpvraag en zetten passende ondersteuning in (alleen vanuit de eigen AB-dienst of samen met een andere AB-dienst die de gevraagde ondersteuning kan bieden);
Het schoolbestuur is altijd op de hoogte van de inzet van de AB-diensten en de ondersteuningsvraag. De directeur van de basisschool informeert het schoolbestuur.

Overige belangrijke punten:

Geëigende vragen: vragen gericht op een doorgaande lijn in de school (didactiek of gedrag), gericht op teamcoaching, gericht op de organisatie binnen de school (bijvoorbeeld ondersteunings- of zorgstructuur voor basisondersteuning);
Contra-indicaties: reactief of curatief werken, vragen gericht op de (individuele) leerling, het ontbreken van draagkracht binnen de school, een school waar sprake is van een onstabiele situatie (denk aan interim in het MT of ontbreken van directie of IB’er) of vragen die gaan over een didactische ontwikkeling (denk aan implementeren van een methode).