
‘Door met elkaar samen te werken kun je meer kinderen een stapje verder brengen in de samenleving’
21 maart 2025 • 10:02Samenwerken in de wijk (1): CBS De Ark
In de wijk gebeurt het. Daar groeien kinderen op, spelen ze met elkaar en gaan ze naar school. Vanuit dit uitgangspunt stelt SPPOH de samenwerking in de wijk de komende jaren centraal. In onze visie is dit cruciaal om stappen te maken naar inclusief onderwijs. In deze serie berichten we over de verschillende initiatieven die we in de wijk ontplooien. In de eerste aflevering: een interview met Nicoline Visscher, directeur van Basisschool De Ark in werkgebied Escamp.
Kun je beschrijven wat voor soort school De Ark is?
“Het is een christelijke school die onder het bestuur van SCOH valt. We zijn gevestigd in Leyenburg, een echte Haagse volkswijk. We hebben 420 leerlingen op school, een mooie en gevarieerde mix van kinderen met verschillende culturele achtergronden, waarvan een deel uit nieuwkomersgezinnen. Zo hebben we behoorlijk wat kinderen met een Bulgaars-Turkse en Poolse achtergrond. Dus dat betekent dat we ons aanbod daar ook op moeten aanpassen.”
Hoe ziet dat aanbod er dan uit?
“We werken steeds meer met eigen leerlijnen voor individuele leerlingen. Dat is nodig omdat kinderen vaak met een achterstand op school komen. Ze spreken de taal niet goed en hun ouders zijn vaak laaggeletterd. Ook zien we dat ouders zo druk zijn met de eindjes aan elkaar knopen dat er voor hen geen ruimte is om zich te verdiepen in wat de school verwacht van hun kind.”
Nicoline Visscher
Van het door SPPOH verstrekte schoolbudget inclusie hebben jullie de didactische begeleiding versterkt, waardoor er op dat vlak nauwelijks nog individuele arrangementen voor leerlingen nodig zijn.
“Klopt, we hebben een onderwijskundige aangesteld die minimaal twee keer per week met groepjes leerlingen aan de slag gaat en instructies en werk meegeeft voor in de klas. Het is fijn dat hij de hele week op school is, dat maakt het erg laagdrempelig om af te stemmen met leerkrachten. Hij is creatief en kan goed analyseren, twee eigenschappen die belangrijk zijn voor zo’n functie. Dus ja, heel fijn dat we op deze manier kinderen die extra ondersteuning of instructie nodig hebben in een groepje in de school kunnen bedienen. Hiaten kunnen vroegtijdig weg gewerkt, waarna kinderen weer kunnen aansluiten bij de groep.”
Op welke manier werk je in de wijk samen met andere scholen?
“We werken intensief samen met Kindcentrum Leyenburg, met hen zijn we twee jaar geleden een taalklas gestart. Er kwamen zoveel nieuwkomerskinderen thuis te zitten dat we hebben gezegd: daar gaan we wat aan doen. Inmiddels draaien we drie klassen met elkaar en zorgen we ook dat de kinderen uit deze klas een passende plek krijgen op een doorstroomschool in de wijk. Het is heel prettig om expertise en ervaringen met elkaar te delen. Met een aantal andere scholen in de wijk heb ik ook regelmatig contact, laatst is een leerlingen van ons bijvoorbeeld overgestapt naar de PC Hooftschool. Als je elkaar kent en je kennis met elkaar deelt, dan kun je meer kinderen een stapje verder brengen in de samenleving, daarvan ben ik overtuigd. Ik denk bijvoorbeeld dat het heel goed en nuttig is wanneer IB’ers regelmatig met elkaar overleggen.”
Helpt het ook om op wijkniveau met andere partners intensiever samen te werken, zoals jeugdhulp, kinderopvang, wijkagent en buurtcentra?
“Ja absoluut, maar ik vind wel dat het effectief moet zijn. Toevallig had ik gisteravond een overleg dat door de gemeente was georganiseerd en dat vrij slecht bezocht werd. Dat vind ik een gemiste kans. Ik houd ervan doelgericht en planmatig te werken, waarbij ik mezelf steeds afvraag: welke verbeteractie levert dit voor mij of mijn school op. Met alleen praten en plannen maken kom je niet zover.”
Zou intensiever samenwerken in de wijk ook kunnen helpen om op het gebied van inclusief onderwijs de neuzen dezelfde kant op te krijgen?
“Dat kan zeker helpen. Ik merk soms nog weerstand bij andere scholen en ik weet niet altijd goed waar die vandaan komt. Voor mij is het heel vanzelfsprekend dat ieder kind erbij hoort. Het is ook gewoon de realiteit in Den Haag, met zoveel kinderen met verschillende achtergronden. In mijn visie kun je niet meer zeggen: dit is mijn witte school en ik blijf lekker in mijn hoogopgeleide bubbel. Je vormt als schoolpopulatie met elkaar een mini-samenleving en daarin leer je van elkaar en zijn alle ideeën waardevol – zo ga je ook polarisatie tegen. En natuurlijk gaat niet alles goed, daarom is het zo belangrijk om met elkaar in gesprek te gaan en angsten weg te nemen en successen te vieren. Ook op mijn eigen school trouwens, want ook hier gaat de ene collega er makkelijker mee om dan de andere.”
Wat vind je ervan dat sbo-scholen steeds meer expertise inbrengen bij reguliere scholen, onder meer via de AB-diensten schoolontwikkeling?
“Dat is een goede ontwikkeling, we hebben deze expertise nodig om goed te kunnen blijven afstemmen op een meer inclusieve populatie. Reguliere scholen kunnen enorm veel leren van de kennis en ervaring die so- en sbo-scholen in huis hebben. Maar ik wil ook nog wel iets kwijt over fysieke beperkingen die inclusie in de weg staan.”
Zoals?
“De schoolgebouwen. Dit gebouw barst echt uit zijn voegen. Ik zou bijvoorbeeld heel graag een starklas willen beginnen, maar ik heb er gewoon de ruimte niet voor. Ook wil ik graag een leerplein, zodat je veel makkelijker groepsdoorbroken kunt werken en kinderen die daar talent voor hebben ook met hun handen aan de slag kunnen. Ik hoop dat er op beleidsniveau en op bestuurlijk niveau betere randvoorwaarden komen, zodat we inclusie ook op die manier kunnen bevorderen.”
SPPOH-adviseur Hanita Hooijmans over samenwerken in Escamp
“Escamp is met 34 scholen het grootste werkgebied van ons samenwerkingsverband. We hebben de metafoor van het bandeendje gekozen om de inclusieve gedachte in het hele werkgebied onder de aandacht te brengen bij scholen en ketenpartners. Onder het mom ‘Niemand de vijver uit’ promoten we de inclusieve mindset. Daarnaast werken we ook concreet samen. Zo hebben alle scholen een expertisekaart ingevuld, waarop ze hebben aangegeven op welke terreinen ze kennis en ervaring hebben. Je moet er echt even voor gaan zitten om dat in te vullen, maar we horen nu al terug dat scholen elkaar makkelijker weten te vinden. Het is mooi om te zien hoe De Ark het schoolbudget inclusie heeft gebruikt om een gedegen zorgstructuur op te zetten. Leerlingen die extra aandacht nodig hebben, krijgen voortdurend een steuntje in de rug zodat ze mee kunnen blijven doen in hun klas. Wat mij betreft een inspirerende aanpak die navolging verdient in de wijk.”